Bavinck, Herman
BAVINCK, HERMAN: Dutch Reformed; b.
at Hoogeveen (35 m. s. of Groningen), Holland,
Dec. 13, 1854. He was educated at the gymnasium
of Zwolle, the theological seminary of the Reformed
Church at Kampen, and the University of Leyden
(D.D., 1880); he was then pastor at Franeker,
Friesland (1881–82), and professor of dogmatic
theology in the theological seminary at Kampen
(1882–1903). Since 1903 he has been professor
of dogmatics and apologetics at the Free University, Amsterdam. In theology he adheres to the
principles of the Heidelberg Confession and the
canons of the Synod of Dort. He has written
De Ethiek van H. Zwingli (Kampen, 1880); De
15Wetenschap der heilige Godgeleerdheid (1883); De
Theologie van Prof. Dr. D. Chantepie de la Saussaye
(Leyden, 1884); De Katholiciteit van Christendom
en Kerk (Kampen, 1888); De algemeene Genade
(1894); Gereformeerde Dogmatiek (4 vols., 1895–1901); Beginselen der Psychologie (1897); De Offerande des Lofs (The Hague, 1901); De Lebenheid des Geloofs
(Kampen, 1901); Hedendaagsche Moraal (1902); Roeping en Wedergeboorte (1902); Godsdienst en Godgeleerdheid (Wageningen, 1902); Christelijke Wetenschap
(Kampen, 1904); Christelijke Wereldbeschouwing (1904); Pædagogische Beginselen (1904);
and Bilderdijk als Denker en Dichter (1906).